Het ras

Het ras Hampshire Down

De raskenmerken van de Hampshire Down schapen bestaan uit vele kenmerken. Het ras is een laagbenig, geblokt, lang en ruim bespierd vlees-wolschaap. De wolgroei strekt zich uit tot voorhoofd en wangen en aan de benen tot de voorknie en het spronggewricht. De wol is roomwit tot crime-kleurig. De neus, oogranden, oren, kniekn en het ondergedeelte van de benen zijn zeer donkerbruin tot bijna diepzwart behaard. Het hoofd is zwaar maar vrij lang met een bol neusprofiel. De ogen hebben een zachte, liefdevolle maar toch oplettende en expressieve uitdrukking. De oren staan horizontaal aan het hoofd. De nek is relatief kort en krachtig. Het hoofd wordt iets boven de geleidelijk aflopende en goed aansluitende schouders gedragen.

De borst is diep en gemiddeld breed, de ribben goed gewelfd, de flanken vol en de rug breed, lang en sterk. De middenhand is ruim en diep. Door een volle lendenpartij is de achterhand ruim. Het beenwerk is relatief kort, krachtig en recht maar goed uit elkaar onder het dier geplaatst en voorzien van sterke koten. Het kruis is vlak en breed, de staartinplant hoog, de staartdikte gemiddeld. De dijen zijn vol en goed bevleesd. De huid is roze en soepel, zonder donkere vlekken. Fouten zijn: horens, witte vlekken op kop, oren en benen. Dikke, ruwe oren. Zwarte wol, ruwe wol op de achterhand, buitensporige wolgroei in het gezicht. Vooruitstekende of juist korte onderkaak. Buitensporig stugge en losse huid onder de nek. Het gewicht van een volwassen ram kan 100 tot 120 kg bedragen, terwijl een ooi gemiddeld 80 tot 90 kg weegt. De wol is van een fijne kwaliteit. De gekrulde wolvezel zelf is 7 tot 9 cm lang en heeft een doorsnee van 24 tot 28 micron. De vacht weegt plm. 3,5 kg en is gesloten hoewel soms iets harig op de dijen. Het gemoedelijke karakter van het ras maken de Hampshire Down schapen tot een plezierig en uiterst handelbaar fokdier.

Rasstandaard

Kop

Gezicht en oren zijn donkerbruin bijna zwart, riant met wol bedekte kroon en voorhoofd. Sprankelende, intelligente blik in de ogen. De oren staan horizontaal aan het hoofd geplaatst, redelijk lang en iets gekromd. Essentieel bij een ram is een dappere, mannelijke kop.

Nek en schouders

Sterk en gespierd, niet te lang en goed geplaatst op geleidelijk aflopende en goed aansluitende compacte schouders.

Karkas

Diep en symmetrisch met ribben goed uit elkaar. De rug breed en recht. Vlak lendestuk, volle flanken, breed achterwerk en diepe, zwaar ontwikkelde achterhand en borst.

Benen en voeten

Sterke gewrichten en krachtige benen van dezelfde kleur als gezicht. Benen stevig uit elkaar. De kuit en knieƫn mogen niet naar binnen knikken. Voeten gaaf en kort in de hoef.

Wol

Wit van gematigde lengte. Dicht en fijn van textuur, uitgestrekt over het voorhoofd en de buik. De ballen van de ram zijn ook goed met wol bedekt.

Huid

Roze en soepel.

Afwijkingen

Witte vlekken op gezicht, oren en poten. Dikke grove oren. Horens. Zwarte wol. Ruwe wol op de achterhand. Te lange of te korte onderkaak. Buitensporig stugge en losse huid onder de nek.